#1 Hagar de Vliegende Viking

Op een mistige avond dronk Hagar te veel quadrupel tijdens een feest, waardoor zijn normaal gesproken stoïcijnse karakter plaatsmaakte voor een uitgelaten extase. Zijn bijl zwaaide wild in de lucht terwijl hij op denkbeeldige vijanden inhakte, zijn ogen fonkelden van pure vreugde. Hij riep luidkeels dat hij de koning van de zeven zeeën was, en de andere Vikingen keken verbaasd naar deze onverwachte uitbarsting van zelfverklaarde heerschappij.

Vastbesloten om zijn koninklijke status te bewijzen, besloot Hagar dat het tijd was om te vliegen als een majestueuze valk. Met uitgestrekte armen en een luid geschreeuw sprong hij van een verhoging, maar in plaats van majestueus te zweven, belandde hij met een harde plof in een stapel hooi. De Vikingen barstten uit in gelach terwijl Hagar daar lag, verstrikt in zijn eigen cape en snurkend in een diepe dronken roes.

De volgende ochtend ontwaakte Hagar met een bonkend hoofd en hooi in zijn baard, zich vaag bewust van het tumult van de vorige nacht. De andere Vikingen, die nog steeds grinnikten bij de herinnering aan Hagar’s heldhaftige capriolen, noemden hem voortaan met respectvolle spot “Hagar de Vliegende Viking.” Zijn nachtelijke avontuur met de quadrupel werd een legende in het Vikingdorp, en Hagar, hoewel beschaamd, kon niet ontkennen dat zijn uitbundige momenten een blijvende indruk hadden achtergelaten op de geschiedenis van zijn nederzetting.